Gerelateerde onderwerpen
Inleiding
Urticaria (netelroos) zijn migrerende, erythemateuze, jeukende plaques. Urticaria is geclassificeerd als acuut (<6 wk) of chronisch (> 6 wk). De term angio-oedeem verwijst naar diepe dermale of subcutane zwellingen.
Oorzaken en symptomen
Er zijn meerdere oorzaken van urticaria, waarvan de meeste betrekking hebben op histamine release.
- Acute urticaria zijn meestal type I overgevoeligheidsreactie alsmede infecties (meestal van virale of parasitaire oorsprong). Acute urticaria kunnen ook het gevolg zijn van bepaalde geneesmiddelen (aspirine, NSAID's, opioïden, ACE-remmers) en fysische prikkels (koude, zonlicht, lichaamsbeweging, wrijven), die rechtstreeks leiden tot het vrijkomen van histamine, aldus onafhankelijk van IgE-gemedieerde allergie.
- De meeste gevallen van chronische urticaria zijn idiopathisch. Soms betreft het recidiverende, niet-gediagnosticeerde overgevoeligheidsreacties ten gevolge van lokale applicatie van een geneesmiddel bij de behandeling van bijv. dermatitis. Ongeveer de helft van de patiënten heeft serum histamine-releasing factor (hetgeen kan leiden tot een "wheal and flare" opvlammingsreactie als bij de patiënt zijn eigen serum intradermaal wordt geïnjecteerd). Ongeveer 30 tot 50% heeft antistoffen tegen een IgE-receptor, hetgeen suggestief is voor een auto-immuunreactie (de hypothese is dat door binding van deze antistoffen aan IgE-receptoren mestceldegranulatie wordt geïnduceerd).
- Urticariële vasculitis is een entiteit waarbij urticaria gepaard gaan met cutane vasculitis. Het is soms geassocieerd met bindweefselaandoeningen (met name SLE). De laesies kunnen erg pijnlijk zijn en de jeukklachten zelfs domineren. De laesies blijven > 24 uur aanwezig. Zij verbleken niet en gaan vaak gepaard met blaasjes of purpura.
Diagnose
De belangrijkste diagnostische elementen zijn i) de duur van de urticaria (acuut versus chronisch), ii) uitlokkende factoren (voedsel, medicijnen, fysieke factoren), iii) de frequentie van aanvallen, iv) geassocieerde symptomen (zwelling van de slijmvliezen, piepende ademhaling) en v) de duur van de afzonderlijke laesies (> of <24 h). Het gebruik van medicijnen, reizen en familiegeschiedenis zijn van belang. De symptomen die op occulte infectie wijzen (sinusinfectie, tandabces) kunnen nuttig zijn.
Een volledig lichamelijk onderzoek is nodig, maar de huidlaesies kunnen afwezig zijn op het moment van het bezoek. Tekenen van systeemziekten (hyperthyroïdie, hypothyreoïdie, gewrichtsafwijkingen) alsmede occulte infecties (sinusitis, tandabces) kunnen suggestief zijn.
Geen test wordt in het algemeen geïndiceerd voor acute urticaria, tenzij er tekenen en symptomen zijn die wijzen op een specifieke systeemaandoening. Ongewone of hardnekkige gevallen behoeven nadere beoordeling. Hoewel er geen specifieke bloedonderzoeken voor urticaria zijn, kan een eosinofilietelling wijzen op allergische oorzaken. Antinuclear antistoffen en schildklierwaarden, met inbegrip van de schildklier auto-antistoffen, kunnen worden afgenomen, indien klinisch geïndiceerd. Testen op een laag serum-C4 is een sensitieve, maar nonspecifieke screening voor C1-esterase inhibitor deficiëntie. Een huidbiopsie moet worden afgenomen, indien er sprake is van enige onzekerheid over de diagnose of als "wheals and flare" langer dan 24 uur blijven bestaan (om urticariële vasculitis uit te sluiten). Huidtesten voor allergie kunnen overwogen worden.
Behandeling
Alle geïdentificeerde oorzaken dienen te worden behandeld of verholpen. Uitlokkende medicijnen of levensmiddelen dienen te worden gestopt. Antihistaminica blijven de belangrijkste spil in de behandeling. De nieuwe orale antihistaminica genieten de voorkeur vanwege i) de doseringsschema’s van één keer per dag; en ii) de minder sederende werking. De juiste keuzes zijn cetirizine (Zyrtec) 10 mg eenmaal per dag, fexofenadine 180 mg eenmaal per dag en desloratadine 5 mg eenmaal per dag. Oudere orale antihistaminica (hydroxyzinum 10 tot 25 mg 4 x dgs; diphenhydramine 25 tot 50 mg 4 x dgs) zijn goedkoop en weliswaar heel effectief, maar ze kunnen sederend zijn en met name problematisch bij ouderen. Systemische corticosteroïden (prednison 30 tot 40 mg per keer / dag) kunnen ernstige opflakkeringen controleren, maar mogen niet gebruikt worden op lange termijn. Symptomatische behandeling met lauwe baden en het vermijden van strakke kleding kan comfortabel werken. Over het algemeen werken lokale corticosteroïden niet.
Bron
- Rook's Textbook of dermatology 7th Edition 2004.
- Foto's: Dermis.